De gedachte achter Zachte Snoei
Je hebt misschien al vaker iets over zachte snoei gehoord, wellicht er al wat over gelezen. Maar wat houdt het nu precies in? Laten we in deze blog eens gaan kijken hoe de zachte snoei nu eigenlijk werkt en waarom het beter zou zijn dan de traditionele snoei.
De term zacht slaat in feite op het zo min mogelijk aantasten van de wijnstok. Dus we maken kleine snoeiwonden en doen geen grote ingrepen of correcties, alles met respect voor de sapstroom.
Laten we eens een wijnstok bekijken door de sapstroom te volgen alsof we op een autoweg rijden.
We beschouwen een vrij jonge wijnstok met 2 Guyot-bogen op een kop. De stam is de autoweg richting de kop en die laatste visualiseren we voor het gemak als een minirotonde. De eerste afslag op de rotonde is de rechtervruchtboog, en aan het eind van de rotonde vinden we de tweede linkervruchtboog als afslag. Op zich een wat versimpelde voorstelling maar wel illustratief.
Een jaar later hebben we de wintersnoei gehad en de twee afslagen zijn geblokkeerd, hier kunnen we niet meer van de rotonde af. De wegen zijn opgebroken en afgesloten met een hek. Het is echter niet al te netjes gebeurd zodat er nog wat restanten van het wegdek deels op de rotonde liggen. Geen probleem, hier kunnen we nog wel omheen rijden. De wegenbouwer (de snoeier) heeft twee nieuwe afslagen gemaakt (2 nieuwe vruchtbogen op de kop gekozen) zodat we toch weer via die vruchtbogen naar de trossen kunnen rijden om ze te voorzien van water en voeding. De aanvoerroute naar de rotonde, de stam, is zelfs wat breder geworden (diktegroei).
We maken even een figuurlijk sprongetje en we zijn 10 jaar verder. Elk jaar zijn de afslagen door de wegenbouwers weer ongedaan gemaakt, elke keer met wat restanten die in de weg liggen, en er zijn steeds nieuwe afslagen gemaakt. De aanvoerroute via de stam is fors verbreed (diktegroei) maar de rotonde zit propvol met oude niet te gebruiken afslagen. Het wordt steeds lastiger voor ons sapstroomautootje om overal tussendoor te laveren en de nieuwe afslagen (vruchtbogen) te bereiken. Het verkeer loopt een beetje vast, wegversmalling, filevorming, niet bevorderlijk voor de toevoer naar de trossen die aan de vruchtbogen groeien.
Dit is ongeveer wat er gebeurt als je traditioneel op dubbel Guyot snoeit. Je bouwt een kop op waarbij na 10 – 15 jaar heel veel oude snoeiwonden zitten. Die wonden drogen allemaal in naar binnen toe en vormen zo dood hout dat de sapstroom in de weg zit. Bij grote snoeiwonden kan die indrogingskegel best fors zijn. De kop wordt een soort doolhof waar de sapstroom doorheen moet worstelen en op een gegeven moment lukt dat niet goed meer. De vruchtbogen kunnen nauwelijks meer bereikt worden, de toevoer naar de trossen vermindert of stagneert en de wijnstok lijdt een kwijnend bestaan, zie afbeelding 1. De wijnboer ziet dit ook gebeuren, rooit de plant en zet er een nieuwe voor in de plaats. Dit gaat zo een aantal jaren door en er komen steeds meer jonge planten in de oude wijngaard. Dit betekent dat de opbrengst ook niet meer homogeen is in kwaliteit. Oude stokken die slecht dragen, stokken van middelbare leeftijd die goed dragen, piepjonge stokken die nog niet de optimale kwaliteit leveren. Of de wijnboer vervangt gedurende 25-30 jaar niets en rooit dan pas de hele wijngaard om opnieuw aan te gaan planten. Dit betekent hoge kosten en je moet weer jaren wachten voordat er weer een goede oogst met kwaliteit komt.
Maar het kan ook anders. We beschouwen opnieuw de jonge plant met twee afslagen (de vruchtbogen) op de mini rotonde. Na de wintersnoei gebeurt er nu iets anders. De afslagen links en rechts blijven voor een stukje intact en er komt direct aan het begin van de oude afslag (het eerste stuk van de oude vruchtboog die in de winter ingekort is op een stift met twee ogen) een extra nieuwe afslag, gelegen aan de onderkant van de oude. Ietsje verder op diezelfde oude afslag komt ook een nieuwe afslag aan de bovenkant. Dat wordt de nieuwe vruchtboog. Dit noemen we gecontroleerde vertakking van de sapstroom.
Aan de andere kant van de minirotonde gebeurt precies hetzelfde. Die nieuwe afslagen zijn eenjarige scheuten die op een tweejarige stift zitten. De oude afslagen die niet meer nodig zijn, worden netjes verwijderd; dat betekent geen rommel die in de weg van de sapstroom komt. We bereiken dit door de oude vruchtboog weg te snoeien met behoud van een klein stompje. Dit kan gedurende het seizoen netjes indrogen en dat geeft dan geen overlast voor de sapstroom. De weg via de stam naar de jongste aftakking wordt niet gehinderd door rommel van eerdere aftakkingen. Doordat de aftakkingen steeds aan dezelfde kant van de oude route zitten, ontstaan er geen blokkades van de snoeiwond die ontstaat uit het wegknippen van de laatste vruchtboog. Door het stukje dat kan indrogen, houdt je de sapstroom gescheiden van de snoeiwonden. Ziehier het principe van de zachte snoei.
Figuur 2 en 3 verduidelijken het een en ander.
Door deze manier van opzet zal de sapstroom nooit gehinderd worden door oude ingedroogde snoeiwonden en kan de wijnstok veel langer mee. Bovendien zijn er geen grote herstelingrepen nodig wat bij de traditionele snoeiwijze wel vaak gebeurt. Men snoeit dan grote dikke takken weg om weer dichter bij de stam nieuwe vruchtscheuten op te pakken. Dit creëert grote snoeiwonden en dat kan weer leiden schimmelaantastingen waarvan Esca een grote bekende is. Deze schimmel kan gaan woekeren in het oude dode hout en voor problemen zorgen.
Bij jonge aanplant is het dan ook verstandig om direct de principes van de zachte snoei te volgen zodat je investeert in een duurzame wijngaard. Bij oudere wijngaarden, met stokken van zeg 15 jaar, kan je het systeem gaan ombouwen zodat je na een paar jaar de bovenstaande methode kan volgen. Maar dat is iets voor een volgende blog. En dan gaan we het ook hebben over hoe zachte snoei werkt bij cordonsnoei.
0 Reacties op "De gedachte achter Zachte Snoei"